Het Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) geeft gevraagd en ongevraagd advies over de veiligheid in Groningen. Daarmee draagt het ACVG bij aan het veilig wonen, werken en recreëren in het aardbevingsgebied in Groningen.
Deskundig en onafhankelijk
Het ACVG bestaat uit vijf deskundige leden. Elk lid brengt kennis en ervaring in op zijn of haar eigen vakgebied. Als het nodig is, schakelt het ACVG extra specialisten in.
Iedereen die bij of voor het ACVG werkt, moet onafhankelijk zijn. Dit betekent dat we strenge eisen stellen aan (neven)werkzaamheden en het arbeidsverleden van onze leden, externe specialisten en medewerkers. Zo zorgen we ervoor dat we altijd zonder belangen kunnen adviseren.
Het ACVG wordt in zijn werk ondersteund door medewerkers die werken bij de Rijksoverheid. Zij hebben een bijzondere positie: ze leggen alleen inhoudelijke verantwoording af voor hun werk aan het ACVG en niet aan de bewindspersoon bij het ministerie.
Manier van werken bij adviezen
Het ACVG baseert zijn adviezen op de nieuwste wetenschappelijke inzichten en onderzoek. Daarnaast heeft het ACVG de mogelijkheid om op eigen initiatief onderzoek uit te (laten) voeren. Bij elk adviestraject volgt het ACVG de volgende stappen:
De staatssecretaris Herstel Groningen (de heer E. van Marum) of het parlement kunnen advies aan het ACVG vragen. Dit doen ze met een brief die aan de voorzitter is gericht.
Wanneer het ACVG om advies gevraagd wordt, gaan we eerst in gesprek met de opdrachtgever. Dit doen we om er zeker van te zijn dat we de vraag en verwachtingen goed begrijpen.
Bij een ongevraagd advies is deze stap niet van toepassing.
Het ACVG schrijft een plan van aanpak. Hierin staat welke stappen gezet worden om tot het advies te komen, de planning van deze stappen en de verwachte opleverdatum.
De kennis en informatie die nodig is om de vraag te beantwoorden wordt verzameld. Een advies van het ACVG steunt op de expertise van de collegeleden en inbreng van andere deskundigen.
Op basis van de verkregen informatie stelt het ACVG een conceptadvies op. Dit conceptadvies wordt voorgelegd bij de partijen die het aangaat. Denk aan:
de bestuurders van Provincie Groningen en de vijf aardbevingsgemeenten via het Ondersteunend Bureau Gaswinning;
het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM);
de Nationaal Coördinator Groningen (NCG);
de maatschappelijke organisaties het Groninger Gasberaad en de Groninger Bodembeweging;
het Kennisplatform Leefbaar en Kansrijk Groningen.
Ook de opdrachtgever ontvangt het conceptadvies, zodat hij/zij kan controleren of dit advies voldoende ingaat op de adviesvraag.
Nadat alle partijen de gelegenheid hebben gehad om te reageren, rondt het ACVG het advies naar eigen inzicht af en verzendt het definitieve advies naar de staatssecretaris.
Het ACVG publiceert al zijn adviezen uiterlijk twee weken nadat ze zijn verzonden op zijn website. Daarmee kan iedereen die dat wil het advies lezen.
De staatssecretaris bepaalt zijn mening op het advies van het ACVG. Hij stuurt binnen drie maanden zijn reactie naar de Eerste en Tweede Kamer.
Het ACVG blijft de opvolging van de adviezen volgen. Zo weten we of de adviezen hun doel bereiken en kunnen we actie ondernemen als we denken dat het nodig is. Ook blijft het ACVG beschikbaar voor vragen van partijen die voor de opvolging zorgen.
Klankbordfunctie
Soms hebben ministeries of de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) praktische vragen of willen ze een idee toetsen. In dat geval kunnen zij het ACVG als klankbord raadplegen. Het ACVG zorgt ervoor dat het in deze rol altijd zijn onafhankelijke positie bewaart.
Zorgen voor de juiste kennis
Het ACVG wordt deelnemer van het managementteam van het programma GeoKennisNL. Dit wordt opgericht door het Ministerie van Klimaat en Groene Groei. In dit team gaat het ACVG helpen om te bepalen waar meer onderzoek nodig is. Daarbij zal het ACVG vooral een rol spelen in het verbinden van de kennis over ondergrondse bodembeweging en de effecten op de veiligheid van bebouwing boven de grond.